Alles over Port

Over Port valt veel te vertellen, wat zijn de verschillende soort, en waarbij drink je Port? Dit en nog veel meer op deze pagina.

GESCHIEDENIS VAN PORT

Port is afkomstig uit de streek rond de rivier de Douro in Portugal. Reeds in de 13e en 14e eeuw werd hier vandaan reeds wijn geëxporteerd naar Engeland. De bereiding is ontstaan doordat Engeland in onvrede leefde met Frankrijk, wat toen al een groot wijn producerend land was. Hierdoor ging men in andere streken op zoek naar wijn. 

Omdat de wijnen uit Portugal en Spanje (sherry) de bootreis naar het eiland niet altijd goed overleefden, werd er gezocht naar oplossingen voor dit probleem. Om de wijn tijdens het lange transport over zee goed te houden, werd er wijnalcohol aan de vaten met wijn toegevoegd. Zo ontdekte men port.

Deze port viel bij de Engelsen bijzonder in de smaak, waarna er een levendige handel ontstond. In 1756 werd door de Portugese regering de Oporto Wine Company opgericht. De grootste verdienste van dit instituut is geweest dat het de productie, benaming en handel in port gereguleerd heeft.


De Douro vallei 

De rivier de Douro loopt van Noord Spanje dwars door Portugal naar de havenplaats Porto. Het wijngebied dat langs de rivier ligt begint bij de de stad Regua, 100km. oostelijk van Porto, en eindigt bij de Spaanse grens.

Is gelegen aan de bovenloop van de rivier de Douro in het noordoosten van Portugal. Ze is ingedeeld in verschillende wijngaarden, die Quinta's heten. Elke Quinta heeft zijn eigen naam. Enkele Quinta's zijn Quinta Senhora da Ribeira, Quinta do Bomfim, en Quinta de Vargellas.

De meeste ports - met uitzondering van de Single Quinta Port zoals bijvoorbeeld Quinta do Noval - worden verkregen door vermenging van ports die van verschillende quinta's afkomstig zijn.

Slechts 26.000 hectare wijngaarden in de Dourovallei mogen ports produceren. Ze zijn terrasvormig aangelegd op de flanken van de vallei. 

Vaak worden de wijngaarden omringd door muurtjes. De muurtjes beslaan in totaal een lengte van 5000 kilometer, wat voor de UNESCO een reden was om de wijnstreek in 2001 tot werelderfgoed te bestempelen.


Druifvariëteiten

Bekende druifvariëteiten voor de aanmaak van port zijn: Touriga Nacional, Tinta Roriz, Tinta Barroca, Tinta Cão, Tinta Francisca, Tinto Rouro, Bastardo, Donzelinho Tinto, Mourisco en de Malvasia Fina (witte port).


Bereidingsproces

Sinds de 19e eeuw wordt gebruikgemaakt van de mutage-techniek. Dit is een techniek waarbij door middel van toevoeging van extra alcohol het gistingsproces voortijdig gestopt wordt waardoor niet alle suikers in alcohol omgezet worden, zodat de zoete smaak van port ontstaat, en het alcoholgehalte dan tussen 18 en 20 procent zal liggen.

Als men de gisting stopt heeft de most een alcohol percentage van ongeveer 4%. Als de druiven arriveren uit de wijngaard wordt er gekozen voor niet of gedeeltelijk ontstelen. De druiven dienen op dezelfde dag geoogst te worden. Het treden in lagares (lage stenen troggen van graniet) wordt vandaag de dag nog steeds gehanteerd naast moderne vinificatiesystemen. Dit ouderwetse ritueel is een zware klus wat na de oogst in de avonduren plaats vindt. Tegenwoordig zijn er ook machines die het werk van de treders (de menselijke voeten) overnemen.

Door de druk breekt de celwand en geeft zo zijn smaak en kleur af wat bij portwijn meer dan essentieel is. Na een dag of twee ontstaat de alcoholische gisting waardoor de schilletjes een deken (manta) bovenop de massa creëren. Dit geeft een beschermende laag die contact met zuurstof tegenhoudt. De manta wordt regelmatig ondergedompeld om de extractie zo vol mogelijk te krijgen.

Als de most na analyse goed is en naar wens van de wijnmaker, kan de brandewijn (aguardente) toegevoegd worden. Hierdoor stopt de gisting en kan de wijn vanaf onderop uit de lagaras in het vat gedaan worden. Dit vat bestaat uit 1/5 wijnalcohol wat aangevuld wordt met de portwijn en hierdoor een alcoholpercentage krijgt van 19% tot 20%.


Tegenwoordig wordt ook een moderne wijnbereiding gevolgd. Na het mechanisch kneuzen van de druiven wordt de most in grote vergistingstanks gepompt. 

Hierin circuleert door ontstane koolzuurdruk het sap door een buis van beneden naar boven en stort dan over de manta, de massa van schillen, pitten en stelen.

De tijdsduur van de gisting is tussen de twee en drie dagen. Als de most de gewenste hoeveelheid alc. heeft voegt men alcohol toe met een percentage van 77%. Hierdoor stopt de verdere vergisting. 

Verschillende soorten port

Er zijn een aantal soorten port. Bepalende factoren hierbij zijn of de port van een enkel oogstjaar is of een blend van meerde oogstjaren. Verder is een korte of lange rijping en het porthuis typerend.

Classic White Port 

Malvasia fina is de basis van deze witte port, strogeel, met tonen van honing en rijpe perzik. Lichte exotische tonen, lychees en abrikoos, amandel.

Deze witte port met de karakteristieke zachte en fruitige smaak is een heerlijk aperitief, verfrissend en wat eleganter en zomerser dan de rode variant. 

Ruby portsoorten

Young Ruby De Ruby port komt het meeste voor. Deze relatief jonge portsoort is twee tot drie jaar opgeslagen op het vat. Veelal zijn dit roestvaststalen tanks of betonnen bakken. In sommige gevallen is dit op eikenhouten vaten. 

Ruby port wordt geblend (samengesteld) door menging van druiven van meerdere druivensoorten, jaargangen en wijngaarden.

Kleur: robijnrood

Geur: rood en zwart fruit Smaak: fruitig, jong Serveren: iets koelen tot 12 graden Celsius


Drinken bij: zachte kazen, zoete nagerechten In Nederland en België wordt de ruby port ook als aperitief gedronken.

White

Port van witte druiven is lichter van smaak dan rode port. Dit wordt mede veroorzaakt door soms een lager alcoholpercentage. Witte Port varieert in kleur van strogeel tot goudgeel. 


Witte Port wordt veel als aperitief gedronken en smaakt heerlijk bij amandelen en schimmelkaas. De smaak van witte Port komt het best tot zijn recht als deze geserveerd wordt op een temperatuur van 5-10 ºC


Witte Port smaakt ook heerlijk met tonic, … gewoon half – half met ijs.

Reserve Ruby

Een Reserve Ruby port heeft tenminste 5 jaar houtrijping en is samengesteld uit de mooiste wijnen van verschillende geselecteerde jaren. De Reserve Ruby is net als de Young Ruby een blended port die mag bestaan uit wijnen van verschillende druivenrassen, oogstjaren en wijngaarden. 

Deze port heeft een donkerrode kleur en zijn vol en fruitig.

Tawny Port

De Tawny Port is genoemd naar de taankleur, die ontstaat doordat de wijn meerdere jaren op vat rijpt, zodat hij iets kan oxideren. Dit is een mengeling (= een blend) van port(o')s van verschillende oogstjaren, maar heeft als voornaamste kenmerk dat hij meerdere jaren in vaten gerijpt heeft, wat zijn typische tawny kleur geeft. Helaas wordt er in de goedkopere klasse tawny port veel gerommeld om de juiste kleur of geur te krijgen. Zo wordt nogal eens de rode en witte port samen gemengd.

Aged Tawny

Bij de Aged Tawny staat op de fles het aantal jaren (10, 20, 30, 40 jaar) dat de port in vaten gerijpt heeft, waardoor de typische tawny-kleur ontstaat. Omdat het hier om een mengeling van ports gaat, is de leeftijd die op de fles aangegeven is, ongeveer de gemiddelde leeftijd van de blend.



De Colheitaport

Het woord colheita betekent oogstjaar en het gaat hier dan ook om port van één (goed) oogstjaar. De wijn moet minstens zeven jaar in een houten vat gerijpt hebben. 

Hij is dan tawny van kleur en klaar om gedronken te worden. 

Het oogstjaar en het jaar van botteling worden op de fles vermeld. Colheita's worden gezien als tawny 's van hoge kwaliteit.



Port bewaren

Alleen de Vintage port wordt op de fles gerijpt. De andere soorten port worden op vat gerijpt en vervolgens gebotteld. Deze ports zullen zich op fles vrijwel niet verder meer ontwikkelen. Deze ports kunnen het beste rechtop bewaard worden. Deze blijven een paar weken goed. Hierna loopt de smaak langzaam terug.

De Vintage port en Single Quinta Vintage port worden juist wel op fles gerijpt en kunnen ook lang worden bewaard. Vintage port bereikt het hoogtepunt na ongeveer 10 tot 15 jaar. Hoewel ook nog oudere ports niet uitzonderlijk zijn. 

Vintage port wordt liggend in een donkere, stabiele omgeving bewaard. Bij het openen van een vintage is het verstandig deze te decanteren.

Een geopende Vintage port moet binnen 24 uur worden gedronken. 

Classic Ruby Port 

Een jeugdige rode port. Het is een blended port die mag bestaan uit wijnen van verschillende druivenrassen, oogstjaren en wijngaarden. Paars-robijnrood van kleur. Vers, rijp rood fruit en elegant zoet. Heerlijk als aperitief, bij zachte kazen en bij zoete nagerechten.


Classic Tawny Port 

Op vat gerijpte tawny roodbruin, taankleurig door de specifieke houtrijping. Doorleefder van karakter dan ruby... Karakter met tonen van zuidvruchten, noten en eikenhout. Heerlijk bij kaas, paté, noten of dessert met caramel. 



Late Bottled Vintage port (LBV) 

De Late Bottled Vintage Port is een blend van ports van één enkel jaar. Ze rijpen tussen 4 en 6 jaar in eikenhouten vaten en worden dan gebotteld. Het etiket moet altijd het oogstjaar en het jaar van botteling vermelden.



Vintage port 

Een vuistregel is dat drie maal in de tien jaar de oogst zo goed bevonden wordt en na proeverijen de wijn er zo uitspringt ten opzichte van andere jaren dat het jaar door de IVDP (Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto) tot vintage portjaar verklaard wordt. 

Ieder porthuis is vrij om, ook in niet benoemde vintagejaren, port aan te bieden aan de IVDP om te laten testen. Wanneer deze aan de strenge kwalificaties voldoet kan het zijn dat dit porthuis voor deze wijn ook het label vintage port mag gebruiken. Veelal gaat het hier om een zogenaamde Single Quinta Vintage Port.

De vintage ports worden maximaal drie jaar in eikenhouten vaten bewaard. Ze worden dan zodanig gebotteld dat ze verder op fles kunnen rijpen en een depot/droesem vormen in de fles. Het is dan ook aan te bevelen om de port zo te decanteren dat het bezinksel achterblijft in de fles alvorens te serveren.